Traditionele tekstinvoer
Als u tekst invoert met de traditionele tekstinvoer, wordt in de rechterbovenhoek van het scherm
weergegeven.
en
geven het geselecteerde type letters aan.
geeft aan dat de eerste letter van de zin een hoofdletter is en de
overige letters kleine letters zijn.
geeft de cijfermodus aan.
Als u tekst wilt schrijven met het toetsenbord, drukt u een cijfertoets 1–9 meerdere keren in totdat het gewenste teken verschijnt.
Er zijn per cijfertoets meer tekens beschikbaar dan op de toets is aangegeven. Als de volgende letter met dezelfde toets moet
worden ingevoerd als de huidige letter, wacht u tot de cursor wordt weergegeven en voert u de letter in.
Als u een cijfer wilt invoegen, houdt u de cijfertoets ingedrukt.
Als u tussen de hoofdletter-, kleineletter- en cijfermodus wilt wisselen, drukt u op #.
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de wistoets. Houdt de wistoets ingedrukt om meer dan één teken te wissen.
U kunt de meestgebruikte leestekens invoegen met een druk op de toets 1. Druk herhaaldelijk op 1 om het gewenste leesteken
te bereiken.
B e l a n g r i j k e i n f o r m a t i e o v e r h e t a p p a r a a t
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
17
Als u een speciaal teken wilt invoegen, drukt u op de toets *. Ga naar het gewenste teken en druk op de navigatietoets.
Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0. Als u de cursor naar de volgende regel wilt verplaatsen, drukt u drie keer op 0.
Als u tussen de verschillende typen letters wilt wisselen, drukt u op #.